DISCLAIMER: Dit artikel werd nog niet redactioneel bewerkt en daarom kan de kwaliteit ontoereikend zijn.

Label(s)

- geen labels gekoppeld.
Betekenis

In januari 2015 heeft De Standaard een boekje gepubliceerd, het zogenaamde [Gele Boekje], met 1000 Belgisch-Nederlandse woorden.

Ze classificeren deze woorden als 'standaardtaal' (in België: BN = Belgisch-Nederlands) of als 'geen standaardtaal', bijvoorbeeld frietkot wordt gezien als standaardtaal, keikop daarentegen is dan weer geen standaardtaal. Daarnaast kennen zij ook labels met 'formeel' of 'informeel' toe.

Net zoals Belgisch-Nederlands, en in België kunnen we de label 'DS2015' gebruiken als referentie bij de lemma's in het Vlaams Woordenboek.

In 2010 publiceerde De Standaard nog een lijst met het afwijzende zeg-niet-dit-maar-zeg-wel-dat: DS2010

Publicatiegegevens
Suggestie door
onbekend
Redacteur
onbekend
Eindredacteur
onbekend
Publicatiedatum
26/07/2021
Laatste bewerking
09/10/2025

Het zijn toch keikoppen bij De Standaard om keikop niet als standaardtaal in België te beschouwen. (Bron DS2015).

Peter Vandermeersch in nrc.nl:
De Standaard publiceerde begin 2015 het ‘gele boekje’, een lijst met 1.000 Belgisch-Nederlandse leenwoorden. De vele honderden woorden, zinswendingen en uitdrukkingen die Van Dale als ‘Belgisch’ markeert, beschouwde de redactie van De Standaard voortaan als standaardtaal. Een koersfiets kan dus in plaats van een racefiets, een lopende meter in plaats van een strekkende, een kepie in plaats van een pet, een denkpiste in plaats van een denkrichting.
Nederland heeft dit overigens niet eens opgemerkt. Of toch: de correspondent van de Volkskrant, Leen Vervaeke, schreef er één stukje over.
Volmondig schaar ik mij achter Geert van Istendael wanneer hij schrijft: „In Nederland bestaat de neiging om cultuur en zelfs taal te zien als beperkt tot het eigen grondgebied. Wat taal betreft is dat een gedachte die we dienen te bestrijden, zo niet, dan volgt ondergang”.