Regio(s)
Gans VlaanderenLabel(s)
- geen labels gekoppeld.Betekenis
drukt een verwondering of verbazing uit, zowel in positieve als in negatieve zin
Woordenboek der Nederlandsche Taal: A of Ah en mij: als uitroep van leedgevoel of verontwaardiging, van smart, pijn, afkeer, medelijden enz. Niet meer in gebruik, maar vervangen door het thans gewone Ai mij!
P.J. Cornelissen & J.B. Vervliet (1936, 1938, 1939), Idioticon van het Antwerpsch Dialect - Bijvoegsel:
Amai, Amei, Amij, tw. - Ai mij. Amai! dat doe' zeer! - Uiting van spot. Amai! gij kunt liegen! Amai! wa' sto?fer! - Amai m'n oog, m'n oor, m'nen hiel, m'n voeten! enz., spottende versterking (Antwerpen). Ze gaan trouwen en ze weten nog nie eens of da' ze de kost zullen winnen. Amai! m'n voeten!
Van Dale 2016: amai
< een vervorming van ai mij
- BE; spreektaal uitroep van verbazing of teleurstelling
< NL: nou, jeetje
zie ook amaai, amai amai, voeten, amai mijn ~; amaie
Publicatiegegevens
- Suggestie door
- onbekend
- Redacteur
- onbekend
- Eindredacteur
- onbekend
- Publicatiedatum
- 18/11/2021
- Laatste bewerking
- 10/10/2025
Amai, mijn klein schattebolleke, gij zijt groot geworden!
Amai, goe gedaan. Hoe hebt ge dat klaar gekregen?
Ik zen muug nu, amai, wat was dat vandaag allemaal. Zo'nen heksenketel op het werk.
Amai seg, wat voor nen ambetante vent is me dat!
Mijn benen, amai die doen zeer.
Ik ben weleens in haar programma geweest, 's morgens op Studio Brussel, en amai! Hoe die bitch haar personeel behandelt, dat is werkelijk wraakroepend. (Clement Peerens in De Morgen)